Het belang van de kennis van tafels.

donderdag 16 mei 2019

Als je je kind wil helpen om ook na het behalen van de tafels, de tafels goed toe te kunnen passen, is het goed om te weten hoe ze dan terugkomen. Hieronder bespreken we enkele veelvoorkomende type som waarbij de tafels de basis vormen.

 

Kolomsgewijs delen

Bij het kolomsgewijs delen moeten kinderen grote happen nemen uit een deelsom. Wanneer de som is 144 : 9 =

maken ze gebruik van hun tafelkennis om te bekijken hoeveel keer 9 ze uit 144 kunnen halen. Daarbij wordt vaak een hulplijstje gemaakt, waarbij de tafels van pas komen.

1 op 9

Zo kan een kind makkelijk terugzien dat 10 x 9 = 90 en 5 x 9 = 45 samen al 135 zijn.

Ofwel halen ze 135 van 144 af en blijft er 9 over, ofwel zien ze direct dat 16 x 9 dan 144 is.

 

(Kolomsgewijs) vermenigvuldigen van grote getallen

Bij grotere getallen komen de tafels ook zeker terug. Stel dat de som 45 x 26 opgelost moet worden. Kinderen leren de som dan splitsen als:

40 x 20 =

40 x 6 =

5 x 20 =

5 x 6 =

Oftewel er blijven 4 tafelsommen over. De antwoorden bij elkaar vormen het antwoord op de som 45 x 26.

 

Rekenen met breuken

Zeker bij breuken komen de tafels terug. In verschillende varianten. Zo begint het bij het gelijknamig maken van breuken. Want 1/5 + 3/8 is alleen goed op te lossen als je weet hoe je vijfden en achtsten gelijk kunt maken.

Iemand die de tafels beheerst zal beseffen dat 40 het getal is dat beiden gemeen hebben en dus toewerken naar 8/40 + 15/40 =

Maar ook wanneer de som is 2/5 van € 120 komen de tafels terug. Eerst moet dan 1/5 van € 120 worden berekend door een deeltafel 120 : 5 = 24. Daarna wordt 24 x 2 gedaan = € 48.

 

Rekenen met procenten

Het woord “pro cent” zegt het eigenlijk al: een gedeelte “van 100”. En daarbij komen de tafels steeds weer terug: 20% van 300 leerlingen heeft een huisdier. Hoeveel leerlingen zijn dat?

Er is een deeltafel nodig: 300 : 100 = 3 om aan 1% te komen.

Vervolgens moet 3 x 20% gedaan worden om tot 60 leerlingen te komen.

 

Verhoudingen

De verhoudingstabel kan doorgaans ook het beste worden opgelost als kinderen een goede beheersing van de tafels hebben.

In een fabriek werken 3 mensen. Zij maken per uur 8 fietsen. De directeur neemt 6 nieuwe mensen aan. Hoeveel fietsen kunnen er nu per uur worden gemaakt?

Oftewel: hoe verhouden die 3 mensen met hun 8 fietsen zich tot 9 mensen in totaal?

In de verhoudingstabel wordt het op een rijtje gezet

Fietsen vergelijken

Er moet eerst gekeken worden hoe 3 zich verhoudt tot 9 (x3) en dan in diezelfde verhouding met 8 worden gewerkt: 8 x 3 = 24. Dus 9 mensen maken 24 fietsen per uur.

 

Maten en gewichten

Van maten en gewichten zal het je niet verbazen dat het één en al tafels zijn wat de klok slaat. De oppervlakte bereken je door lengte x breedte te doen en bij inhoudt komt daar nog eens x hoogte bij.

Bij een tuin van 8 meter bij 7 meter levert dat de overzichtelijke tafel 8 x 7 op. Bij een aquarium van 2 meter hoog, 3 meter breed en 2 meter diep levert het 2 tafelsommen op: 2 x 3 en 6 x 2, maar op een gegeven moment worden de tuinen 16 meter bij 25 en de aquaria zwembaden van 24 meter lang, 16 meter breed en 4 meter diep…

Overig

Natuurlijk zijn er nog veel meer sommen waarbij de breuken een rol spelen of waarbij breukenkennis kan leiden tot het snel oplossen van de som. Maar wanneer jouw kind de tafelkennis beheerst om te rekenen met breuken, procenten, kommagetallen, verhoudingen, maten en gewichten en kolomsgewijs kan delen, is die kennis vast en zeker op orde.

Delen via